Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat is verstopping?
- Kan ik er zelf iets tegen doen?
- Wat kan de apotheker voor mij doen?
- In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
- Welke medicijnen worden gebruikt bij
Verstopping
Wat is verstopping?
Bij verstopping lukt het niet goed om te poepen. U poept minder dan 3 keer per week. De poep blijft te lang in uw dikke darm en wordt daardoor hard en droog. Soms zijn het losse keutels.
Een ander woord voor verstopping is obstipatie.
Meestal komt verstopping niet door een ziekte.
Verstopping kan komen door 1 of meer van deze dingen:
- weinig drinken
- te weinig vezels eten
- te weinig bewegen
- aanleg: bij sommige mensen werken de darmen minder goed
- spanning
- u gaat niet meteen naar de wc als u moet poepen
- zwanger zijn
- de spieren onder in uw bekken werken niet goed
- u gebruikt medicijnen met als bijwerking verstopping, bijvoorbeeld:
- morfine
- ijzerpillen
- medicijnen tegen depressie
- medicijnen tegen botontkalking
- medicijnen tegen allergie
- plaspillen
- medicijnen bij de ziekte van Parkinson
- medicijnen tegen epilepsie
- medicijnen tegen psychose
Soms komt verstopping door iets anders, bijvoorbeeld een ziekte:
- prikkelbare darm syndroom
- een langzaam werkende schildklier
- diabetes (suikerziekte)
- overgevoelig zijn voor gluten (coeliakie)
- depressie
- ziekte van Parkinson
- multiple sclerose (MS)
Heel soms komt verstopping door een gezwel in de dikke darm.
Kan ik er zelf iets tegen doen?
Eten en drinkenDrink minstens 1,5 tot 2 liter per dag. Drink vooral water, thee en koffie zonder suiker. Liever geen vruchtensap en frisdrank.
Eet gezond, met genoeg vezels. Vezels houden vocht vast in de darmen. U krijgt hierdoor meer en zachtere poep en uw darmen gaan beter werken. Vezels zitten vooral in:
- volkoren producten zoals volkoren brood, volkoren pasta en zilvervliesrijst
- groente
- fruit
- peulvruchten zoals bruine bonen, kikkererwten en linzen
- noten
Beweeg minstens een halfuur per dag actief. Ga bijvoorbeeld wandelen, rennen, fietsen, zwemmen of tuinieren. Daardoor komen uw darmen ook in beweging en kunt u beter poepen.
Naar de wc gaanGa naar de wc als u voelt dat u moet poepen. Ga meteen, ook al heeft u het druk. Als u dit niet doet, voelt u na een tijd niet meer goed dat u moet poepen. De poep blijft dan langer in uw darmen en wordt droger en harder.
Andere medicijnen?Sommige medicijnen hebben verstopping als bijwerking. Gebruikt u zulke medicijnen? Bespreek dan met uw huisarts of u minder of andere medicijnen kunt gebruiken.
Wat kan de apotheker voor mij doen?
Als u uw voeding aanpast, meer drinkt en meer beweegt, zal waarschijnlijk de verstopping na een paar dagen tot weken over zijn. Heeft u al enkele dagen geen ontlasting gehad en heeft u een opgeblazen gevoel of is de stoelgang pijnlijk, dan heeft uw apotheek verschillende vrij verkrijgbare medicijnen tegen verstopping.
Bij een tijdelijke verstopping
- Lactulose of macrogol. Een medicijn met lactulose of macrogol houdt vocht vast in de darmen waardoor het volume van de ontlasting groter wordt. Dat stimuleert de darm om harder te gaan werken. Ook wordt de ontlasting zachter. Een medicijn met lactulose of macrogol werkt niet meteen. Pas na een paar dagen merkt u resultaat. U mag deze medicijnen ook gebruiken als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Ook bij ouderen zijn dit de meest gebruikte medicijnen tegen verstopping.
- Bisacodyl in tablet of zetpil. Deze stof prikkelt de darmwand. Daardoor komt er meer vocht in de darm, waardoor de darm harder gaat werken. Bisacodyl in tabletvorm werkt binnen 5 tot 10 uur. De zetpil werkt sneller; binnen 15-60 minuten. Omdat dit medicijn de darmwand prikkelt, kan het soms darmkrampen veroorzaken. U mag een medicijn met bisacodyl niet langer dan 3 dagen achter elkaar gebruiken. Neemt u het langer, dan kan de darm eraan wennen en 'lui' worden. Met als gevolg dat u weer verstopping krijgt omdat de darm niet meer uit zichzelf werkt.
Bij langdurige verstopping
Psylliumvezels, sterculiagom of gezuiverde zemelen. Deze vezelproducten zwellen op in de darm, wat voor meer ontlasting zorgt. Dat prikkelt de darm om harder te gaan werken. Het is belangrijk om bij deze vezelproducten veel te drinken: 1,5 tot 2 liter per dag. Anders kan het middel gaan klonteren in de darm en dit kan verstopping of afsluiting van de darm veroorzaken.
Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.
- Receptcontrole
De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.
- Overzicht van uw medicijnen
Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.
- Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners
Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.
- Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen
Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.
- Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen
De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.
- Persoonlijk gesprek over uw medicijnen
Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.
- Medicatiebeoordeling
Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.
- Zelfzorg
Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.
- Bezorgservice
Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.
In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
Bel uw huisarts als u last heeft van verstopping en u heeft 1 of meer van deze klachten:
- buikpijn
- een vol of misselijk gevoel
- overgeven
- pijn bij het poepen
- bloedverlies uit uw anus
- ziek voelen.
- koorts
- weinig trek of geen trek in eten en drinken
- afvallen
- diarree
Bel ook uw huisarts in deze situaties:
- U heeft 2 weken de adviezen geprobeerd, maar uw klachten worden niet minder.
- U wilt medicijnen tegen verstopping gaan nemen.
- U heeft medicijnen tegen verstopping genomen, maar ze helpen niet (genoeg).
- U wilt minder medicijnen tegen verstopping gaan nemen.
- U gebruikt medicijnen voor iets anders die verstopping als bijwerking hebben.
Welke medicijnen worden gebruikt bij
Laxeermiddelen
Laxeermiddelen worden ook wel laxantia genoemd. Ze zorgen ervoor, elk op hun eigen manier, dat de ontlasting zachter wordt gemaakt, waardoor het poepen makkelijker en minder pijnlijk wordt. Ze worden onderverdeeld aan de hand van de werking van het medicijn:
Vochtaantrekkende laxeermiddelen
Vochtaantrekkende laxeermiddelen worden slecht in het lichaam opgenomen. Ze blijven in de darmen aanwezig en trekken hier water aan. Hierdoor wordt de ontlasting zachter en wordt de darmbeweging van het laatste gedeelte van de dikke darm (colon) bevorderd. Voorbeelden zijn lactitol, lactulose, macrogol met elektrolyten, magnesiumoxide, natrium-, kalium- en magnesiumsulfaat om in te nemen.
Zwelmiddelen of volumevergrotende middelen
Zwelmiddelen of volumevergrotende middelen mengen zich met de darminhoud, nemen water op en maken de ontlasting zacht. Door het grotere volume van de ontlasting wordt de darm geprikkeld en neemt de darmbeweging darm toe. Voorbeelden zijn de vezelproducten psylliumvezels, sterculiagom en zemelen.
Contactlaxantia
Contactlaxantia prikkelen het darmslijmvlies en beïnvloeden opname van water en zouten uit de darmen. Hierdoor neemt de hoeveelheid vocht in de darm toe en wordt de ontlasting zachter. Ook stimuleert het de darmbeweging. Voorbeelden zijn bisacodyl, picozwavelzuur, senna en sennosiden.
Glijmiddelen in een klysma
Glijmiddelen in een klysma hebben een zachtmakende werking op de poep. Voorbeelden zijn natriumfosfaat, natriumdocusaat en natriumlaurylsulfo-acetaat.
Distigmine
Distigmine wordt gebruikt bij een verslapte darm is, zoals bij overmatig laxeermiddelengebruik of na een operatie. Het versterkt de spieren in de darmwand. Hierdoor kan de darm beter werken en komt de ontlasting weer op gang.
Prucalopride
Prucalopride wordt gebruikt bij langdurige verstopping, bij vrouwen bij wie aanpassen van de voeding en laxeermiddelen niet hebben geholpen. Prucalopride werkt in op de darmwand, waardoor deze sneller gaat bewegen.
Methylnaltrexon en naloxegol
Methylnaltrexon en naloxegol worden gebruikt tegen de bijwerkingen van sterke pijnstillers (morfineachtige pijnstillers) op de darmen. Sterke pijnstillers remmen de darmenbeweging, waardoor verstopping ontstaat.
Methylnaltrexon en naloxegol werken alleen bij verstopping die door sterke pijnstillers worden veroorzaakt.
Aardbeiblad met wijnstokblad
Aardbeiblad met wijnstokblad is een kruidenmiddel. Het kan worden gebruikt bij lichte maagdarmklachten als af en toe verstopping. Hoe het precies werkt is niet bekend. Er is geen bewijs dat dit kruidenmiddel werkt bij verstopping.